Posts Tagged With: John Lanchester

Bestaan bonafide bankiers? Een eed op de golfbaan?

door Jerry Mager
gepost op NELPUNTNL.NL op 18 september 2013

“De nieuwe credit default swapinstrumenten [CDS’s; jm] zijn een indrukwekkend efficiënte manier om risico’s te spreiden en daarmee te verminderen – dat zijn ze althans, als ze worden gebruikt zoals de bedenkers het hebben bedoeld.
De nieuwe financiële instrumenten waren heel, heel slim, maar ze hadden één onfortuinlijke bijwerking: ze maakten het bankieren kapot. Dat was zo omdat het bankbedrijf in de kern een eenvoudige business is of zou moeten zijn. Cliënten deponeren geld bij een bank in ruil voor rente; de bank leent dat geld uit aan andere mensen, tegen een hogere rente. Bekoorlijk of interessant is dat niet, maar bankieren wordt dan ook niet verondersteld op BASE-jumping of hiphop te lijken.”
John Lanchester (2010:92,93): De kapitale crisis

De bankiers gaan hun leven beteren. Volgend jaar moeten alle financiële dienstverleners een eed afleggen, de bankierseed, die inmiddels al door commissarissen en bestuursleden van financiële instellingen afgelegd wordt. Op de website van de Rijksoverheid staat het als volgt:
“Banken moeten hun verantwoordelijkheid nemen en zich dienstbaar opstellen aan consumenten en bedrijven. Zo kunnen zij het vertrouwen in de sector herwinnen. Beloningsbeleid speelt daarbij een belangrijke rol.
De bankierseed geldt nu voor bestuurders en commissarissen. De reikwijdte van de eed wordt uitgebreid naar medewerkers met klantcontact en medewerkers die het risicoprofiel van de financiële onderneming wezenlijk kunnen beïnvloeden, zoals effectenhandelaren. Ook zij moeten in het vervolg de eed of belofte afleggen. Daarmee geven ze uitdrukkelijk aandacht aan het belang van hun maatschappelijke rol. Ze beloven de belangen van aandeelhouders, klanten en de samenleving zorgvuldig af te wegen.
De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) houden toezicht op de eedaflegging en de naleving. Zij kunnen maatregelen nemen als dat nodig is, bijvoorbeeld een boete. Bij bestuurders en commissarissen is ontslag de uiterste maatregel.”

tovenaarsleerlingen?
De hamvraag bij deze nobele intentieverklaring is: begrijpen al die brave lieden die straks de eed afleggen – met inbegrip van de topcats die de eed al hebben gepleegd – precies waarmee ze bezig zijn en wat ze hun klanten verkopen of aanraden? Kunnen zij de implicaties en gevolgen van hun daden overzien? Hebben en krijgen ze te maken met “financiële producten” die ze in alle finesses doorzien en begrijpen? Ik geloof daar eerlijk gezegd weinig van. De recente geschiedenis bewijst dat tovenaarsleerlingen in deze biotoop eerder regeling dan uitzondering zijn.
Er zou slechts een select clubje ingewijden bestaan die in deze wirwar van financiële constructies, “producten” en regelgeving enigszins van de hoed en de rand weten. Wie dat precies zijn, weet niemand.

“Recent investigations by regulators have revealed very large differences in the way banks assess the same or similar risks. Some of the differences are the result of the directives given by different national regulators, but it’s hard to escape the suspicion that banks continue to choose their methods so as to reduce risk weights, and therefore the amount of equity they are required to hold. Even some senior bankers admit the process is opaque.”
Donald MacKenzie (2013): The Magic Lever

Oud-bankier Van Mierlo legt uit (Volkskrant 12 sept. 13) dat de bankierseed niet moet worden gezien als een straf die de bankiers en hun voetvolk wordt opgelegd voor hun verzaken en incompetentie, dus hun overantwoordelijke opstelling, die voor een fors deel debet zijn aan de financiële crises – de gepasseerde [en naar mijn verwachting de komende; jm] – maar als een belofte aan ons, de maatschappij: de bankiers gaan voortaan beter hun eerlijke best doen en de eed zal hen daar bij helpen.
Van Mierlo trekt de parallel met: “tandartsen, ministers, Kamerleden, burgemeesters, rechters, advocaten, officieren van justitie, psychologen, artsen, ambtenaren, verpleegsters. Voor al deze beroepsgroepen is hun eed een middel om vertrouwen te kweken, een cultuurinstrument en een middel tot zelfreiniging van de sector.”

afstand nemen, distantiëren
Voornoemde eedafleggende beroepsgroepen zouden er mijns inziens verstandig aan doen indien zij zich nadrukkelijk distantiëren van deze poging tot encanaillering vanwege de bankiers. De eed die bijvoorbeeld Kamerleden en tandartsen afleggen zijn al geruime tijd aan erosie onderhevig waar het gaat om door de burger-klant-consument au serieux genomen worden. Indien zo’n eed ter sprake komt wordt er besmuikt om gegniffeld. Het recent verschenen rapport “Een lastig gesprek” legt voor de zoveelste keer nogeens uit waarom, en een artikel als van Dorien Pessers (“Vertrouwen van burger is verkwanseld, want de vorm wordt belangrijker dan de norm”) wint slechts aan actualiteit en prangende pregnantie. Het gaat doodgewoon om: fatsoen.
Bij de meeste tandartsen lijkt de normale beroepsopvatting gelukkig nog te overheersen – al heeft het onzalige experiment van VVD-minister Edith Schippers aanzienlijke averij aangericht – maar declaraties van onverrichte behandelingen blijven. Zo’n spookdeclaratie is dan nog altijd beter dan dat de consument-patiënt onnodige ingrepen voor de kiezen krijgt, omdat de tandartsenmaatschap in cash flow problemen verkeert dan wel insolvabel dreigt te worden, vanwege alimentatie­verplichtingen of daling van de overwaarde op een buitenhuis of villa bijvoorbeeld.

Aan de goede wil en oprechtheid van meneer Van Mierlo hoeven we misschien niet te twijfelen, maar ik acht allerminst uitgesloten dat hij door minder plichtsgetrouwe soort- en beroepsgenoten als useful idiot wordt gebruikt om het imago van de beroepsgroep eningszins op te krikken en van een nieuw laagje vernis te voorzien. Wat let bankiers c.s. om zonder eed te tonen dat zij hun leven beteren? Wie komt er trouwens op het idee om een eed als straf te aan te merken? Wat een merkwaardige associatie. Het afleggen van de beroepseed verhoogt juist de status van de betreffende beroepsbeoefenaren en bevestigt op rituele wijze dat zij in de asymmetrische machtsverhoudingen tussen cliënt en aanbieder geen misbruik van hun positie zullen maken.
De fameuze neuroloog Jansen S., inmiddels uit het artsenberoep gezet, is een recent voorbeeld van hoe het zelfs bij dokters rampzalig uit de hand kan lopen. Zou de professor Stapel niet hebben gefraudeerd indien hem een beroepseed was afgenomen?

kaatsen, golfen & reetketelsteen

De eed op de kaatsbaan vond in 1789 plaats in revolutionair Parijs en betrof de Verklaring van de rechten van de mens. Ik kwam op de associatie golfbaan-kaatsbaan door een gesprek over de aanstaande bankierseed dat ik onlangs opving in het OV. Drie dames, klaarblijkelijk werkzaam in de financiële sector, bediscussieerden de eed die vanaf 2015 door iedereen in de financiële sector zou moeten worden afgelegd. Wat hun hoog zat, was dat ook zij straks die eed of belofte moeten afleggen, maar dat ze toch hun targets zouden moeten blijven halen, eed of geen eed. “Aan zo’n eed heb dus je geen ene r..t,” proestten ze in koor.

FA_00616 doodskop + snor
Deze dames hadden met name geen hoge verwachtingen van het heilzame effect dat deze eed zou moeten uitoefenen op het wereldbeeld en gedrag van de topmanagers in de financiële biotoop. Immers, zo vatte een van hun het beeld en de mening samen die zij van en over van de topmensen hadden: “Ondanks hun geaffecteerde hete aardappels in de keel, hun krijtstreeppakken, glimmende auto’s-met-chauffeur, hun lidmaatschap van golfverenigingen en/of jachtclubs, is en blijft het gesjocht schoelje, schorriemorrie en tuig van de richel.” Daar zat geen woord Grieks, Fins of Italiaans bij. De affaire Scheringa met zijn DSB zat deze dames nog vers in het geheugen; die narigheid hadden ze van heel nabij meegemaakt en daarbij hadden ze het schrijnende gebrek aan fatsoensnormen, integriteit en vooral vakmanschap in de financiële wereld zeer nadrukkelijk ervaren.
Een medereiziger die zich in het gesprek mengde, had evenmin een hoge pet op van eden en van deze bankierseed al helemaal niet. “Misschien,” zo zei hij veelbetekend, ”misschien wordt het tijd dat die jongens niet meer vrij en los over straat moeten kunnen lopen. Nu, komen ze er gewoon mee weg en ze trekken ook nog een lange neus naar ons.” De rest van de conversatie heb ik niet gehoord, omdat ik inmiddels op mijn uitstapstation was gearriveerd.

“But what if effectiveness were a quality widely imputed to managers and bureaucrats both by themselves and others, but in fact a quality which rarely exists apart from this imputation?
It is specifically and only managerial and bureaucratic expertise that I am going to put in question. And the conclusion to which I shall finally move is that such expertise does indeed turn out to be one more moral fiction, because the kind of knowledge which would be required to sustain it does not exist.”
Alasdair Macintyre (1981:72): After Virtue

Oud-bankier Van Mierlo, betoogt dat de beroepseed voor financiële dienstverleners kan dienen als (nieuw) middel en (nieuwe) inspiratiebron bij de opvoeding en “voor ontwikkeling van ons geweten en voor verankering van de gewenste beroepscultuur”, zodat we weer een maatschappij krijgen die gebouwd is op vertrouwen.
De waarden en fatsoensnormen die een normaal en enigszins beschaafd samenleven faciliteren echter, krijg je al op vroege leeftijd van thuis mee – of niet natuurlijk. Het overdragen van die waarden geschiedt nauwelijks expliciet, ze worden je min of meer met de moedermelk toegediend en via de huidporiën geabsorbeerd. Onmisbaar en complementair hieraan is goed onderwijs, door professionele cultuurdragers. We weten intussen hoe belabberd het na dertig jaar ver-managen van ons onderwijs met dat onderwijs is gesteld, dus laat varen iedere hoop, roei met de riemen die je hebt en blijf dapper dweilen terwijl de kraan wagenwijd open staat. Degenen die het meekrijgen en het in zich hebben, komen toch vanzelf bovendrijven. De rest, helaas is dat de grootste groep, valt daarbuiten.

jong geleerd, oud gedaan
Kinderen die worden grootgebracht op frikandellen, chips en cola, terwijl ze tig uur per dag tv mogen kijken in een huis waar geen boek is te vinden, zullen die gewoonten hoogstwaarschijnlijk houden en op hun beurt doorgeven aan hun kinderen. Het zelfde geldt voor sport en andere lichaamsbeweging. Als darts en biljarten met veel bier, kroketten en sigaretten van jongs af aan als de ultieme sportieve prestaties gelden, dan ligt obesitas vlak om de hoek. Ze weten immers niet beter.
Een eed heeft alleen een betekenis voor iemand die enigszins “gebildet” is, waarbij de paradox geldt dat voor een “Gebildeter” zo’n eed eigenlijk overbodig is. Die persoon heeft de waarden en fatsoensnormen immers al geïnternaliseerd. De eed fungeert hooguit als chique bevestiging, het hoort bij het ritueel van maatschappelijke verantwoordelijkheden op je nemen en staat zeker niet voor dreiging met een sanctie. Dat oud-bankier Van Mierlo in die richting denkt, vind ik al een veeg teken dat mij weinig vertrouwen inboezemt.

the status seekers
Het wangedrag, inclusief incompetentie en slapen-tijdens-je-wacht, van bankiers c.s. heeft de erosie van maatschappelijk vertrouwen in een verwoestende stroomversnelling geduwd en uitgerekend die beroepsgroep zou met behulp van “een eed” dat vertrouwen moeten helpen herstellen? Mij komt het eerder voor dat de leden van de financiële beroepsgroep zich door zo’n eed denken in te wrikken in de gelederen van beroepsbeoefenaren die een dergelijke eed al afleggen, dus: “tandartsen, ministers, Kamerleden, burgemeesters, rechters, advocaten, officieren van justitie, psychologen, artsen, ambtenaren, verpleegsters”. Daarbij zou dan het prestige dat voornoemde beroepsgroepen misschien nog genieten (dat prestige varieert per beroepsgroep) op de bankiers afstralen – it rubs off, op iets dergelijks hopen ze blijkbaar.

“Ik stel daarom één eigenschap voorop die alle mensen gemeen hebben: een aanhoudende en rusteloze begeerte naar macht en nog meer macht, die pas eindigt met de dood.
Als we iemand meer hebben aangedaan dan we kunnen of willen vergoeden, zullen we geneigd zijn het slachtoffer te haten. Want we moeten dan rekenen op wraak of op vergiffenis; en beide dingen zijn verfoeilijk.”
Thomas Hobbes (2005:138,140): Leviathan

ongedekte cheques
De door Van Mierlo genoemde beroepsgroepen doen er goed aan zich ijlings en met nadruk te distantiëren van de eed-afleggende-bankiers teneinde verdere devaluatie van hun beroepseer door contaminatie te voorkomen. Totdat bankiers daad-werkelijk hebben bewezen dat ze fatsoenlijk zijn (geworden) geven ze wat mij betreft met hun eden even zovele ongedekte cheques af. Bankiers kunnen beginnen met het ontwikkelen van een besef dat de gelden waarmee ze omgaan, niet van hen zijn. Dat zou ons al een flink eind op streek helpen. Ze zouden bijvoorbeeld het rapport van de Commissie Wijffels (“Naar een Dienstbaar en Stabiel Bankwezen “) onder het hoofdkussen kunnen leggen en dat voor het slapen gaan en na het wakker worden grondig lezen.
Pas in 2019 worden enkele belangrijke financiële voorschriften (leverage, kapitaalbuffers) van kracht en menige grote bank heeft zelfs nog steeds geen begin gemaakt met het scheiden van commercial banking en investment banking. Bij het in elkaar draaien van Basel III stellen de door de bankensector ingehuurde lobbyisten alles in het werk om er een tandenloos creatuur van te wrochten. Waar bazelen we dus over met die bankierseed?

De bankierseed zou misschien enig preventief effect kunnen sorteren vanwege een fikse geldboete ingeval meineed vastgesteld zou worden. Wanneer is hier echter sprake van meineed en hoe hoog moet zo’n geldboete niet zijn? Dat wordt per geval een eindeloos gesteggel. Bankiers doen er alles aan om financiële rampen als natuurverschijnselen te verkopen. Het verbinden van een geldboete of gevangenisstraf aan een eed doet het aanzien van de eed als symbool geen goed.

lachertjes
De eden van Kamerleden en tandartsen stellen al bitter weinig meer voor en worden al dan niet besmuikt als lachertjes ervaren. De beoefenaren zijn overwegend carrière-procesmanagers geworden, die misschien nog enig beroepsprestige denken te peuren uit het feit dat zij een eed afleggen. De meesten zal zo’n eed weinig meer zeggen, indien het ze al ooit iets gezegd heeft.
Velen van ons zal het geval van de beruchte neuroloog Jansen S. nog vers in het geheugen ligen. Deze man heeft vele levens zo niet verwoest dan toch ernstig ontregeld en beschadigd. Desniettemin kon hij in Nederland lang ongestoord zijn gang gaan en werd pas uit het medische beroep ontzet, nadat hij het in Duitsland te bont had gemaakt. Bij bankiers en aanverwanten moeten we dat ontzetten-uit-het-beroep nog meemaken. Is bijvoorbeeld iemand als wijlen Rienk Kamer ooit uit de financiële biotoop verdwenen? Kortom, het ware beter voor iedereen indien we van deze circuspoespas met die eed verschoond bleven.

verspilling van maatschappelijk kapitaal & ressentiment
De neoliberale ieder-voor-zich-mentaliteit kost ons allen een heleboel. Het kost ons vooral tijd en ergernis. Immers, zelfs indien je je als cliënt, consument, patiënt grondig inleest en terdege voorbereidt alvorens gebruik te maken van de diensten van een financiële verkoper of een tandarts (voor advocaten, autogarages, onderwijsinstellingen en hele rest geldt natuurlijk hetzelfde) dan blijf je als amateur-leek in kennis achter bij degene die er zijn of haar vak van heeft gemaakt.
mijnwerker tandarts FA_00582
Vertrouwen spaart tijd. Indien je op de verkoper en/of dienstenleverancier kunt vertrouwen, hoef je je niet tot de tanden te wapenen alvorens de onderhandelingen/het gesprek aan te gaan. Het zou wat zijn wanneer je voordat je naar een tandarts ging eerst een detective moest inhuren om uit te pluizen hoe het ervoor staat met de financiële situatie van de respectieve maten en of hun onderneming wel solvabel is. Onbetaalbaar en onbegonnen werk, natuurlijk.
Word je dan alsnog bedot, bedonderd, gepakt en afgescheept, of zelfs al krijg je alleen maar dat idee en gevoel, dan resulteert dat makkelijk in ressentiment. Meestal zul je je verlies moeten nemen, omdat je er anders nog bekaaider vanaf komt. Waartoe opgehoopt ressentiment leidt, zien we om ons heen en een plezierige aanblik biedt dat allerminst.

“Met elektronisch geld in het vooruitzicht verliest het geld zijn materiële aanwezigheid en verandert het in een zuiver virtuele entiteit (toegankelijk door een bankkaart of zelfs een immateriële code). Maar deze de-materialisatie versterkt juist de greep van het geld. Het geld (het complexe netwerk van financiële transacties) verandert in een onzichtbaar en daarom al-machtig, spookachtig raamwerk dat onze levens bepaalt. …. [S]teeds vaker krijgt geld de kenmerken van een onzichtbaar spookachtig ding, dat alleen in zijn effecten kan worden waargenomen.
”Slavoj Zizek (1997:120,121): Het subject en zijn onbehagen.

Lectuur:

Anat Admati and Martin Hellwig (2013): The Bankers’ New Clothes: What’s Wrong with Banking and What to Do about It / Princeton / ISBN 978 0 691 15684 2 9 ( Don MacKenzie refereert aan dit boek: “At the core of the debate is the validity of one of the fundamental results of modern financial economics, the Modigliani-Miler theorem.”)

Uit een review door Will Hutton in de New Statesman (25 April 2013):

“The Bankers’ New Clothes is a lucid exposition of the intellectual falsehoods deployed by banks to justify the ways in which they went about growing their business beyond any reasonable assessment of risk in the run-up to the crisis of 2008 and which they continue to peddle today.”

Thomas Hobbes (2005/1651): Leviathan / Amsterdam: Boom / ISBN 90 5352 792 3 (pbk) / Ndl. Vertaling W.E. Krul, inleiding en bibliografie B.A.G.M. Tromp

John Lanchester (2010): De kapitale crisis: de ondergang van de wereldeconomie / Amsterdam: Prometheus / ISBN13: 9789044614862 (pbk)

John Lanchester (2012): Capital / London, New York, etc.: Norton

http://focus.knack.be/entertainment/boeken/boek-van-de-week/boek-van-de-week-kapitaal-van-john-lanchester/article-4000082462309.htm

http://www.nybooks.com/articles/archives/2013/mar/07/way-they-live-now/?pagination=false

Donald MacKenzie (2013): The Magic Lever, on how the big banks get away with it artikel in de London Review of Books, no. 9, vol. 35: 16-19

Peter de Waard (2013): ‘De bankierseed is symboolpolitiek, hierna een tandartseed?’ in de Volkskrant 12/09/13

Slavoj Zizek (1997): Het subject en zijn onbehagen. Vijf essays over psychoanalyse en het cartesiaanse cogito / Amsterdam – Meppel: Boom / ISBN 90 5352 345 6 (pbk)

Categories: economisch-financieel, maatschappij & moraal | Tags: , , , , , , , , , , , , ,

Create a free website or blog at WordPress.com.